Historie van de kerk

Geschiedenis van de kerk van Oude Pekela

Toen Oude Pekela in 1600 in de Veenkoloniën werd gesticht, kwam er ook behoeft aan een kerk.  De stad Groningen financierde het en werd ook eigenaar van het eenvoudige zaalkerkje dat werd ingezegend op 4 mei 1684. Twee ramen werden door de stad geschonken:  ‘het eene waerin het waepen van de Stadt Groningen met desselfs inscriptie, het ander met de wapens van d’ heeren Borgemesteren ende Raedt en derselver ministers tegenwoordigh in den eedt sijnde’.

De kerk heeft een geschiedenis van veel veranderingen, omdat niet alles altijd even soepel verliep. Zo werd de toren waarschijnlijk met ondeugdelijk materiaal gebouwd, waarop hij in 1715 alweer gesloopt moest worden. De stad besliste daarop een nieuwe te bouwen. In de tussentijd was de kerk in 1783 te klein geworden; hij werd vergroot op kosten van de stad. Opvallend detail is dat de toestemming om de kerk te vergroten samenviel met het moment waarop de katholieken in Oude Pekela een eigen kerk mochten stichten. Ook met de klok verliep alles niet soepel. De bestaande klok werd in 1686 geruild, maar bleek in 1784 gescheurd te zijn. Het vervangende exemplaar sneuvelde in 1840 en werd samen met een oudere omgesmolten tot een nieuw exemplaar. Dit verdween tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarna er in 1947 weer een nieuwe klok kwam. De zonnewijzer aan de zuidzijde van de toren stamt uit 1832.

In 1842 droeg de stad Groningen de kerk over aan de hervormde gemeente, waarna de toren aan de zuidzijde werd uitgebreid met een portaal, waardoor de westelijke gaanderij bereikbaar werd. Esthetisch gezien was dit een ongelukkige keuze, want hiermee werd afbreuk gedaan aan het fraaiste deel van het exterieur, namelijk de toren. De toren is tot boven het kerkdak vierkant en gaat dan via afgeschuinde hoeken over in een achtkantige, opengewerkte torenspits met een sierlijk achtzijdig koepeltje bovenop.

Het interieur is licht en wordt gedekt door een wit houten tongewelf. Het orgel werd in 1865 gebouwd door Petrus van Oeckelen en wordt gesierd door twee adelaars. De preekstoel heeft net als het orgel een donkergroene met goudgele kleurstelling en combineert mooi met het geelbruin van het meubilair.Bij een restuaratie in 1975 werden drie eeuwenoude grafzerken aangetroffen, die tevoorschijn kwamen toen de houten vloer werd verwijderd. Nu liggen ze op de plek van de oude kansel.